Print deze werkafspraak

CVA/TIA

Werkschema

Acute neurologische uitval, is altijd een spoedindicatie voor insturen naar de neuroloog.

Daarbij hoeft de huisarts de patiënt niet gezien te hebben indien acute behandeling mogelijk is. Acute behandeling is tot 24 uur mogelijk in de vorm van trombolyse < 4.5 uur of intra-arteriële behandeling (IAT) < 24 uur. Daarbij verwijzing plaatsen via ZorgDomein.

 

NB Indien patiënt niet dezelfde dag gezien kan worden door de neuroloog: start met 300mg clopidogrel, daarna 75 mg 1 x dd.

 

Acute fase TIA (< 6 maanden):

TIA-service: altijd bellen met dienstdoende neuroloog (058 286 1582),  de neuroloog kan inschatten op welke termijn een patiënt gezien moet en kan worden, bijvoorbeeld voor kortdurende analyse op TIA-service. Daarbij verwijzing plaatsen via ZorgDomeinàNeurologieàCerebrovasculaire aandoeningenàAnalyse TIA

 

Nb. Wanneer de uitval >24 uur of een TIA wordt de huisarts geacht de patiënt wel zelf te zien, maar kan direct overleggen met neuroloog over vervolgbeleid.

 

Items overleg tussen huisarts en neuroloog

Tel: 058-2861582 (ma-vr tijdens kantooruren) anders 058-286 37 38 (dienstdoende neurologie) of via 058- 286 66 66

  • Diagnose:   TIA / CVA
  • Tijdstip ontstaan uitval
  • Tijdens slaap ontstaan
  • Voorgeschiedenis
  • Actueel medicatieoverzicht
  • Indien NOAC gebruik tijdstip van laatste inname
  • Glucose                         
  • Hartritme: regulair / irregulair

 

Indien acute behandeling mogelijk is: Ambulance bellen, < 6 uur A1 rit,  buiten de 6 uur tot 24 uur A2.

Patiƫnt (weer) thuis

Controle op de poli na opname vanwege CVA/TIA door neuroloog en/of verpleegkundig consulent ketenzorg CVA en NAH.

Na ontslag uit het ziekenhuis wordt de patiënt uitgenodigd voor een éénmalig bezoek op de polikliniek. Gesprekspunten: vragen over opname, check of alle afspraken lopen en de huisarts in beeld is.

 

Algemeen:

  • Bij ontslag uit MCL ontvangt de huisarts (en overige behandelaren) een (voorlopige) ontslagbrief.
  • Bij ontslag uit andere instellingen is er voor ontslag contact met de huisarts.
  • Huisarts is hoofdbehandelaar thuis en behandelt in samenspraak met eventuele medebehandelaars.
     
    Procedures:
  • De huisarts verzorgt na thuiskomst op korte termijn (bv 2 werkdagen) de follow-up.
  • De huisarts noteert zijn bevindingen bij ieder contact met de patiënt ook in het zorgdossier (van de thuiszorg) als de patiënt dat heeft.
  • Begeleiding thuis door speciaal geschoolde CVA verpleegkundigen van de thuiszorg.
     
    Medisch beleid:
  • De huisarts is verantwoordelijk voor de secundaire preventie bij de CVA-patiënt (zie cardiovasculair risicomanagement)
  • Thuiszorg zo nodig inschakelen als thuis blijkt dat dit nodig is.
  • Zo nodig inschakelen van paramedici zoals: fysiotherapeut, logopedist, ergotherapeut.
     
    Mogelijkheden bij niet voorziene zorgproblemen:
  • De verpleegkundig consulent ketenzorg CVA en NAH en de betreffende CVA verpleegkundige van de thuiszorg als vraagbaak.
  • Dagopvang, dagverzorging, verzorgingshuis (eventueel tijdelijke opname), extra zorg thuis, en verpleeghuis (eventueel tijdelijke opname), Noorderbrug/Hersenz: indicatie via CIZ en sociale wijkteams of MEE (niet via CIZ).

Bezoek zes maanden na ontslag

De huisarts of POH bezoekt 6 maanden na ontslag de patiënt en zijn/haar partner. De verpleegkundig consulent ketenzorg CVA en NAH initieert dit bezoek door het toesturen van het formulier. De huisarts of POH koppelt zijn/haar bevindingen en het resultaat van de modified Rankin scale (mRS) (bijlage 2) terug d.m.v. de daartoe bestemde formulieren of via ZorgDomein.

Verwijzen

  • Revalidatiearts: verwijzing is zinvol voor alle patiënten, die in de thuissituatie aanlopen tegen beperkingen ten aanzien van werken / communicatie en somatisch, maatschappelijk of ADL functioneren.
  • Neuroloog: bij problemen waarbij neurologische expertise noodzakelijk is, b.v. bij epileptische insulten en een veranderend neurologisch beeld.
  • Neuropsycholoog bij hogere functiestoornissen en bij emotionele gedragsstoornissen
  • Bedrijfsarts bij problemen bij re-integratie
  • Klinisch geriater bij kwetsbare ouderen met complexe problematiek
  • Logopedist bij taal- en slikproblemen
  • Fysiotherapeut bij mobiliteitsproblemen
  • Ergotherapeut bij beperkingen ADL (advies mogelijk bij verpleegkundig consulent CVA/NAH)

Traject van nazorg

  • Op korte termijn na ontslag consult door de huisarts
  • 3-4 weken na ontslag poliklinisch consult bij verpleegkundig consulent ketenzorg CVA en NAH
  • 12 weken na ontslag consult door CVA verpleegkundige van de thuiszorg
  • 6 maanden na ontslag consult door huisarts
  • 9 maanden na ontslag consult door CVA verpleegkundige van de thuiszorg
  • 1,5 jaar na ontslag evaluatiebrief naar patiënt

Cardiovasculair risicomanagement na CVA/TIA

clopidogrel (Plavix®) 75mg 1dd1 als monotherapie heeft de voorkeur op basis van therapie trouw.  Clopidogrel is gelijkwaardig aan acetylsalicylzuur 80-100mg, gecombineerd met dipyridamol (start 1dd 200 mg, daarna ophogen naar 2dd 200mg).

Bij intolerantie of contra-indicatie voor dipyridamol: acetylsalicylzuur als monotherapie of clopidogrel als monotherapie

Bij een cardiale emboliebron ontstolling op indicatie van de cardioloog over het algemeen orale antistolling inclusief DOACs

Beoordeel  bij gebruik van acetylsalicylzuur of clopidogrel of er indicatie voor maagbescherming (zie NHG-Standaard Maagklachten).

 

Leefstijl

Roken, voeding, alcohol, lichaamsbeweging, gewicht

 

Glucose: definities*

 

glucose nuchter

2 uurs glucose na belasting

 

< 7.8

7.8 – 11.1

≥ 11.1

< 6.1

Normaal

IGT

Diabetes

6.1 – 7.0

IFG

IFG + IGT

Diabetes

≥ 7.0

Diabetes

Diabetes

Diabetes

   

       * Plasma glucose (mmol/l); IFG: gestoorde nuchtere glucosewaarde; IGT: gestoorde

    glucose   tolerantie

 

Doel: voorkómen van progressie naar diabetes mellitus

Voorkeur: afhankelijk van gewicht, mate van glucoseintolerantie

 

Bloeddruk

Streefwaarden bloeddruk < 135/85 mm HG, bij hoog risico (zoals diabetes) < 130/80 mmHg.

Keuze middel afhankelijk van cardiovasculaire schade en co-morbiditeit.

Voorkeur: ACE-remmer/angiotensine II receptorantagonist met thiazidediureticum, calciumantagonist, vrijwel altijd combinatietherapie.

 

Lipidenprofiel

(Bijna) altijd indicatie voor statine.

Streefwaarden: LDL-cholesterol < 2.5 mmol/l,

zo mogelijk HDL-cholesterol > 1.1 mmol/l en triglyceriden < 1.8 mmol/l

Niet bij beperkte levensverwachting. Geen leeftijdsgrens.

 

Homocysteïne

Niet bepalen. Geen wetenschappelijk bewijs voor secundaire preventie.

 

Status na CVA behoeft CVRM controle.

Autorijden na CVA/TIA

Volledige werkafspraak

Bekijk hier de volledige werkafspraak CVA/TIA