Print deze werkafspraak

Asplenie, beleid bij (functionele) asplenie

Schema beleid

Voorlichting aan patiƫnt

  • Informeer de patiënt over het risico van potentieel ernstige infecties en over de weinig specifieke symptomen
  • Instrueer patiënt bij ingrepen of ziekenhuisopname de (functionele) asplenie altijd te melden
  • Instrueer de patiënt om bij koortsepisoden contact op te nemen met de huisarts of specialist
  • Instrueer de patiënt over antimicrobiële profylaxe en het gebruik van antibiotica “on demand”.

Zorg dat patiënt altijd een kuur op voorraad thuis heeft (en zorg, indien verlopen, voor een nieuwe kuur)

  • Instrueer patiënt om direct contact op te nemen bij mensen- en dierenbeten
  • Adviseer patiënt honden en katten uit de buurt van wonden te houden.
  • Raadt patiënt aan om bij buitenlandse reizen gespecialiseerde centra (bv GGD) te consulteren
  • Adviseer patiënt dringend een “Medic-Alert”-armband of ketting te dragen

(te verkrijgen oa bij thuiszorgwinkels)

Vaccinaties

  • Zie tabel 1 en 2 voor specificaties van vaccinaties bij volwassenen en kinderen
  • Vaccinaties bij electieve (geplande) splenectomie:

Indien mogelijk het volledige vaccinatieschema afronden minimaal 2 weken vóór de ingreep; eventueel kan de toediening van pneumokokkenpolysaccharidevaccin (PPV) plaatsvinden minimaal 2 weken na de ingreep

Influenzavaccinatie wordt jaarlijks gegeven tijdens de daarvoor gebruikelijke periode.

  • Indien vaccineren vóór de ingreep niet mogelijk is, dan pas minimaal 2 weken na de ingreep starten
  • Bij het gebruik van immuunonderdrukkende medicatie of bij immuno-incompetenten dient overlegd te worden met een deskundig infectioloog
  • Voor mensen die in het verleden splenectomie hebben gehad en nog niet zijn gevaccineerd: alsnog toedienen
  • Er kunnen meerdere vaccinaties tegelijkertijd gegeven worden, mits in verschillende ledematen c.q. spiergroepen
  • De vaccinaties worden intramusculair toegediend. Bij mensen met stollingsstoornissen of mensen die antistolling gebruiken, dient diep subcutaan gevaccineerd te worden.

 

De vaccinatiestatus wordt geregistreerd in het patiëntenregistratiesysteem en in het vaccinatieboekje. De (poli)klinische patiënten, die nog geen vaccinatieboekje hebben, krijgen dit boekje van de internist-infectioloog.

Antibioticaprofylaxe

  • Zie tabel 1 en 2 voor specificaties van antibiotische profylaxe bij volwassenen en kinderen
  • Volwassenen gebruiken dagelijks antibiotische profylaxe gedurende minimaal 2 jaar na de miltextirpatie
  • Kinderen gebruiken dagelijks antibiotische profylaxe tot leeftijd van 16 jaar, maar minimaal gedurende 2 jaar
  • Bij patiënten met verminderde afweer dient overleg met deskundig specialist gevoerd te worden over continuering profylaxe. Patiënten met een doorgemaakte OPSI (overwhelming postsplenectomy sepsis) dienen bij voorkeur dagelijks antibiotica te blijven gebruiken.

Antibiotica bij koorts en infectie, ongeacht wel/geen gebruik antibiotische profylaxe

  • Zie tabel 1 en 2 voor specificaties van antibiotische therapie bij volwassenen en kinderen
  • Direct (< 1 uur) starten met antibiotica; mensen moeten dus altijd 1 gift bij zich hebben om direct te starten (= on-demandgebruik)
  • Altijd zo snel mogelijk contact opnemen met een arts voor klinische beoordeling

Honden- en/of kattenbeten

  • Zie tabel 1 en 2 voor specificaties van antibiotica na beten bij kinderen en volwassenen
  • Wond zo snel mogelijk door de arts laten beoordelen en reinigen
  • Direct starten met antibiotica

Maatregelen bij reizen

  • Voor gedetailleerde reisadvisering verwijzing naar deskundige persoon of instantie
  • Bij reizen naar ‘malariagebieden’ nauwgezet maatregelen opvolgen om muskietensteken te voorkomen. Zorgvuldige toepassing van malariaprofylaxe is belangrijk.
  • Alertheid op tekenbeten bij reizen, in het bijzonder naar bosrijke gebieden in het oosten van de Verenigde Staten van Amerika

Overzichtstabel preventieve maatregelen hypo-/asplenie bij kinderen

Toelichting overzichtstabel preventieve maatregelen kinderen

Hib = H.influenzae groep b

NeisVac-C = meningokokken groep C

PCV = geconjugeerd pneumokokkenvaccin

PPV-23 = Pneumovax

RVP = Rijksvaccinatie programma 

a =    Het conjugaatvaccin dat bescherming biedt tegen de meeste serotypen heeft de voorkeur

b =    Van 2006-2010 hebben zuigelingen binnen het RVP PCV-7 gekregen. Vanaf april 2011 wordt overgegaan op PCV-10. Er is echter ook PCV-13 geregistreerd. Indien een kind gevaccineerd is met PCV-7 of PCV-10 en het blijkt een (functionele) asplenie te hebben, dan wordt aanbevolen alsnog te vaccineren met PCV-13. Indien dit bekend is vóór de leeftijd van 2 mnd, starten met PCV-13. Indien de asplenie bekend wordt tijdens de RVP-vaccinatieserie, deze gewoon afmaken en vervolgens alsnog 2 doses PCV13 toedienen, gevolgd door PPV-23 met een interval van minimaal 2 mnd.

c =    op leeftijd van 2, 3, 4 en 11 mnd

d =    wordt aangeboden via het RVP

e =    op dag 0, na 1 maand en na 6 mnd

f =     met interval van 2 mnd

g =    met interval van 1 mnd

h =     bij voorkeur 2 maand vóór PPV-23

i =     indien beschikbaar kan een meervalent vaccin worden gegeven

j =     geconjugeerd MenACW135Y heeft hierbij de voorkeur boven het polysaccharidevaccin met deze componenten, maar is niet geregistreerd voor personen < 11 jaar, richtlijnen rond offlabelgebruik hanteren. Zie voor risicogebieden de LCR-landenlijst.

k =    Influenzavaccin is niet geregistreerd < 6 maanden, richtlijnen rond off-labelgebruik hanteren; een eerste influenzavaccinatie bij kinderen < 6 jaar dient

1-malig na 1 maand herhaald te worden. De jaren daarop volstaat 1 griepvaccinatie.

l =     dit gebruik kan bij jonge kinderen moeilijk zijn, omdat zij onvoldoende in staat zijn klachten goed te vertalen naar hun ouders

Overzichtstabel preventieve maatregelen hypo-/asplenie bij volwassenen

Toelichting overzichtstabel preventieve maatreglen volwassenen

RVP = Rijksvaccinatie programma

PPV-23 = 23-valent pneumokokken-polysaccharidevaccin

PCV-13 = 13-valent pneumokokken-conjugaatvaccin

Hib = H. influenzae groep B

NeisVac-C = meningokokken groep C

a =  Indien beschikbaar kan een meervalent vaccin worden gegeven.

b =   Niet geregistreerd voor volwassenen, richtlijnen rond off-labelgebruik hanteren

c =  personen, die reeds eerder gevaccineerd zijn met PPV-23 kunnen bij een revaccinatie eerst gevaccineerd worden met PVC-13, 2 maanden later gevolgd door PPV-23. Indien de tijd voor een reis te kort is om zowel PCV als PPV toe te dienen met een interval van 2 mnd, dient eerst PCV te worden gegeven, 2 mnd later gevolgd door PPV

d =  geconjugeerd MenACW135Y heeft de voorkeur boven het polysaccharidevaccin met deze componenten. Zie voor risicogebieden de LCR-landenlijst

e =  eventueel kunnen Penidural-injecties worden overwogen

Vergoeding vaccinaties asplenie door DFZ

De vaccinaties bij patiënten zonder (functionerende) milt komen in principe niet in aanmerking voor vergoeding.

Coulancehalve gaat DFZ altijd akkoord als er een aanvraag wordt ingediend door de arts.

DFZ geeft dan bij voldoende motivatie een machtiging voor de eerste set van vaccinaties.

 

Voor hervaccinaties is er nog geen beleid bij DFZ.

De vaccinaties bij patiënten zonder (functionerende) milt komen in principe niet in aanmerking voor vergoeding.

Coulancehalve gaat DFZ altijd akkoord als er een aanvraag wordt ingediend door de arts.

DFZ geeft dan bij voldoende motivatie een machtiging voor de eerste set van vaccinaties.

 

Volledige werkafspraak

Bekijk hier de volledige werkafspraak Beleid bij (functionele) asplenie