

Zorg dat patiënt altijd een kuur op voorraad thuis heeft (en zorg, indien verlopen, voor een nieuwe kuur)
(te verkrijgen oa bij thuiszorgwinkels)
Indien mogelijk het volledige vaccinatieschema afronden minimaal 2 weken vóór de ingreep; eventueel kan de toediening van pneumokokkenpolysaccharidevaccin (PPV) plaatsvinden minimaal 2 weken na de ingreep
Influenzavaccinatie wordt jaarlijks gegeven tijdens de daarvoor gebruikelijke periode.
De vaccinatiestatus wordt geregistreerd in het patiëntenregistratiesysteem en in het vaccinatieboekje. De (poli)klinische patiënten, die nog geen vaccinatieboekje hebben, krijgen dit boekje van de internist-infectioloog.

Hib = H.influenzae groep b
NeisVac-C = meningokokken groep C
PCV = geconjugeerd pneumokokkenvaccin
PPV-23 = Pneumovax
RVP = Rijksvaccinatie programma
a = Het conjugaatvaccin dat bescherming biedt tegen de meeste serotypen heeft de voorkeur
b = Van 2006-2010 hebben zuigelingen binnen het RVP PCV-7 gekregen. Vanaf april 2011 wordt overgegaan op PCV-10. Er is echter ook PCV-13 geregistreerd. Indien een kind gevaccineerd is met PCV-7 of PCV-10 en het blijkt een (functionele) asplenie te hebben, dan wordt aanbevolen alsnog te vaccineren met PCV-13. Indien dit bekend is vóór de leeftijd van 2 mnd, starten met PCV-13. Indien de asplenie bekend wordt tijdens de RVP-vaccinatieserie, deze gewoon afmaken en vervolgens alsnog 2 doses PCV13 toedienen, gevolgd door PPV-23 met een interval van minimaal 2 mnd.
c = op leeftijd van 2, 3, 4 en 11 mnd
d = wordt aangeboden via het RVP
e = op dag 0, na 1 maand en na 6 mnd
f = met interval van 2 mnd
g = met interval van 1 mnd
h = bij voorkeur 2 maand vóór PPV-23
i = indien beschikbaar kan een meervalent vaccin worden gegeven
j = geconjugeerd MenACW135Y heeft hierbij de voorkeur boven het polysaccharidevaccin met deze componenten, maar is niet geregistreerd voor personen < 11 jaar, richtlijnen rond offlabelgebruik hanteren. Zie voor risicogebieden de LCR-landenlijst.
k = Influenzavaccin is niet geregistreerd < 6 maanden, richtlijnen rond off-labelgebruik hanteren; een eerste influenzavaccinatie bij kinderen < 6 jaar dient
1-malig na 1 maand herhaald te worden. De jaren daarop volstaat 1 griepvaccinatie.
l = dit gebruik kan bij jonge kinderen moeilijk zijn, omdat zij onvoldoende in staat zijn klachten goed te vertalen naar hun ouders
RVP = Rijksvaccinatie programma
PPV-23 = 23-valent pneumokokken-polysaccharidevaccin
PCV-13 = 13-valent pneumokokken-conjugaatvaccin
Hib = H. influenzae groep B
NeisVac-C = meningokokken groep C
a = Indien beschikbaar kan een meervalent vaccin worden gegeven.
b = Niet geregistreerd voor volwassenen, richtlijnen rond off-labelgebruik hanteren
c = personen, die reeds eerder gevaccineerd zijn met PPV-23 kunnen bij een revaccinatie eerst gevaccineerd worden met PVC-13, 2 maanden later gevolgd door PPV-23. Indien de tijd voor een reis te kort is om zowel PCV als PPV toe te dienen met een interval van 2 mnd, dient eerst PCV te worden gegeven, 2 mnd later gevolgd door PPV
d = geconjugeerd MenACW135Y heeft de voorkeur boven het polysaccharidevaccin met deze componenten. Zie voor risicogebieden de LCR-landenlijst
e = eventueel kunnen Penidural-injecties worden overwogen
De vaccinaties bij patiënten zonder (functionerende) milt komen in principe niet in aanmerking voor vergoeding.
Coulancehalve gaat DFZ altijd akkoord als er een aanvraag wordt ingediend door de arts.
DFZ geeft dan bij voldoende motivatie een machtiging voor de eerste set van vaccinaties.
Voor hervaccinaties is er nog geen beleid bij DFZ.
De vaccinaties bij patiënten zonder (functionerende) milt komen in principe niet in aanmerking voor vergoeding.
Coulancehalve gaat DFZ altijd akkoord als er een aanvraag wordt ingediend door de arts.
DFZ geeft dan bij voldoende motivatie een machtiging voor de eerste set van vaccinaties.